Op het Filmfestival van Cannes heb je ieder jaar wel een paar honderd Belgen lopen. Want naast de geselecteerden heb je distributeurs die er zijn om filmrechten te kopen, producenten die er financiers zoeken voor internationale co-producties, de mensen van het VAF die de Vlaamse films gaan promoten en verkopen en horden journalisten natuurlijk. Ook Guido De Craene moet intussen in de buurt van de Croisette te zien zijn. Want de acteur uit ‘Zone Stad’, eerder ook al wel te zien in ‘Wittekerke’ en ’Thuis’ en in het echte leven de partner van actrice An Swartenbroekx, toont er zijn eerste kortfilm ‘Carrière’, een film die eerder op tal van andere buitenlandse films te zien was… maar nog niet in België.
Guido De Craene : “Ik toon mijn film in de Film Shop Corner. Daar worden elk jaar 1700 films getoond. Ik denk dat er wel 10.000. worden aangeboden, maar er wordt dus een selectie gemaakt. In die selectie zitten er dit jaar een dertigtal films uit België, denk ik. Die worden daar aangeboden ter visie voor de buyers, mensen die dus de rechten van films kopen uit alle landen ter wereld. Maar ook producers komen kijken. Die zijn op ontdekkingstocht en vragen zich af bij wat ze te zien krijgen : ‘Wie heeft dat gemaakt ?’ en ‘Wat is die persoon nog van plan ?’”
U bent bekend als acteur, maar niet als regisseur. Hoe bent u ertoe gekomen om een film te gaan regisseren?
Guido De Craene : “Ik heb vaak geregisseerd in het theater. Maar sinds een aantal jaren ben ik eigenlijk meer actief in de wereld van televisie en film. Als acteur wel, maar die drang om te regisseren en te schrijven zit nu eenmaal in mij.

‘Carrière’ is mijn eerste kortfilm.Voordien had ik wel demo’s of andere kleine experimentjes met bewegende beelden gedaan. En intussen is de film voor tal van festivals in de meest uiteenlopende plaatsen, zowat overal ter wereld, geselecteerd geweest. En ik heb nu intussen een tweede kortfilm gedraaid, die ik aan het afmonteren ben, en die als opstapje moet dienen naar mijn grote project. Ik ben immers aan het proberen, en dat zal ook wel lukken, om in de herfst mijn eerste langspeelfilm te draaien.”
Deze herfst al?
Guido De Craene : “Dat is met een Vlaamse D.O.P., Alain Jonghe, maar eigenlijk is het een Franstalige film. Dat was aanvankelijk niet de bedoeling, maar voor mijn eerste kortfilm was er gewoon meer belangstelling van over de taalgrens en daar groeien er dan vanzelf gesprekken en allerlei plannen uit. Ik heb het verhaal eerst in het Nederlands geschreven, maar ik heb het vlug laten vertalen in het Frans, ook omdat het thema veel meer in de traditie van de Franstalige cinema past. Het gaat over een jonge vrouw van een jaar of 25, die ooit verkracht is geweest, maar nooit aangifte van de misdaad heeft gedaan, maar op haar manier heeft leren leven met wat ze heeft meegemaakt. Haar verleden heeft natuurlijk gevolgen voor haar seksleven. Ze kan zich niet helemaal geven en haar vriend, met wie ze samenleeft, bedriegt haar. In geen tijd verliest ze haar lief, haar appartement, haar wagen, is ze eigenlijk alles kwijt en moet ze trachten haar leven opnieuw op te bouwen, zonder schrik te hebben van mannen. Het is een psychologisch drama, maar er zit ook actie in, een wraakverhaal. Het is een film die niet evident is om te maken. Alleen al omdat je dit thema niet kunt aankaarten zonder naakt te tonen. De titel van de film is ‘46XX’. Dat is de code van de vrouwelijke chromosomen. In het Frans klinkt dat beter : ‘Quarante-six XX’ of in het Engels ‘Forty-six XX’.Dat is in een nutshell het verhaal waarmee ik bezig ben. En dat hoop ik vanaf september, oktober te kunnen verfilmen.”
Hoe financiert u eigenlijk uw films? Bij mijn weten ontvangt u geen subsidie.
Guido De Craene : “Nee, ik doe het zonder subsidies. Twee jaar geleden had ik een Franstalige producer in Brussel en die heeft toen wel aangeklopt bij de Franstalige filmcommissie in ons land, maar daar werd ons project afgewezen zonder veel commentaar. Toen heb ik tegen beter weten in een poging gewaagd bij de Nederlandstalige filmcommissie, maar daar werd ik ook afgewezen, met argumenten waarin ik me nog altijd niet kan terugvinden. Maar omdat ik intussen weet hoe je een kortfilm maakt, ga ik ervan uit dat ik ook een langspeelfilm moet kunnen maken. Als je vijf kortfilms maakt, heb je ongeveer een langspeelfilm. En ik merk dat er mensen bereid zijn om daar aan mee te werken. Mensen die ook vinden dat dit verhaal verteld moet worden. Ze zijn bereid om tegen een minimumvergoeding te werken. Dus dat schept mogelijkheden. En ik heb zelf een persoonlijke lening aangevraagd.”
Wauw, dat is straf. Dan maar hopen dat het goed afloopt.
Guido De Craene : “Het gaat hier niet om het soort bedragen waarmee de doorsnee Vlaamse film wordt gemaakt. Maar ik voorzie toch wel 28 draaidagen. En iedereen zal betaald worden. Het is een film die wellicht niet voor de grote zalen bestemd is, omdat het gegeven toch een beetje arthouse is. Maar ik denk wel dat hij zijn weg moet kunnen vinden naar internationale festivals over de hele wereld.”
Uw kortfilm ‘Carrière’ heeft ook op behoorlijk wat buitenlandse festivals gespeeld, maar niet in België.
Guido De Craene : “De film is aangeboden geweest aan de festivals van Leuven en Gent, maar is voor geen van beide festivals geselecteerd geweest. Aan de andere kant is hij in New York wel voor drie festival geselecteerd geweest. En dat doet toch wel deugd, ook omdat ik een tijd lang in New York heb gewoond. Sowieso, ik tracht me wat internationaler te profileren en dus maakt het me eigenlijk niet zoveel uit of mijn films hier worden getoond of in Teheran of New York. Ik laat me ook niet ontmoedigen. Je weet dat ieder festival van enig belang minstens een paar duizend films krijgt opgestuurd. Als er daar 30 of 40 van worden geselecteerd, is het veel. Je weet dus dat je maar een kleine kans maakt. Maar goed, ik klaag niet. ‘Carrière’ is ook in Frankrijk op drie festivals vertoond geweest. En er zijn heel positieve reacties van de mensen die de film gezien hebben. Dat geeft een burger moed. De film is eigenlijk zonder geld, zonder middelen gemaakt. Ik had wel het geluk dat ik omringd was door een heel getalenteerd en gepassioneerd team van mensen. Dat geeft je het gevoel dat je 17 of 27 bent in plaats van 57.”
‘Carrière’ is een film zonder dialoog. Ik kan er niet meteen een stempel op plakken. Half psychologisch, half actie. Wat humor.
Guido De Craene : “Dat maakt deel uit van mijn leerproces. In het theater heb ik veel gewerkt met speeltekst en wat weet ik allemaal. De uitdaging was dan ook om een verhaal te vertellen zonder veel woorden. Had ik een verhaal geschreven met bladzijden dialoog, dan zou ik te weinig met het beeld bezig geweest zijn. Daarom wou ik een verhaal vertellen met alleen maar beelden. Zonder dialoog.

Om mezelf te verplichten om met beelden te werken. Dat is heel belangrijk geweest voor mij. Dat heb ik met die tweede kortfilm ook gedaan. Het opent ook gemakkelijk de weg naar buitenlandse festivals. Die zeggen : ‘Het is universeel. Beelden begrijpt men overal.’ Dat is in ieder geval een goed leerproces geweest voor mij. Ik heb nu die twee kortfilms gemaakt en ik denk dat die me genoeg bagage geven om bij het draaien van mijn langspeelfim de balans te vinden tussen woord en beeld.”
Hoe heet die tweede kortfilm?
Guido De Craene : “’Expo’. Die is opgenomen in Luik. Ik ga ook de langspeelfilm in Luik opnemen. Ik wil een grootstedelijk universum. Een stad die een wereldstad zou kunnen zijn. In België hebben we maar één wereldstad : Brussel. Maar iedereen die hier dat soort universum wil tonen draait al in Brussel. Dus ik wou iets anders. Het schone van Luik is – en tot mijn schande moet ik toegeven dat ik dat niet wist – dat het een grote stad is met een mix tussen oud en nieuw en met heel veel echt moderne nieuwbouw. En daarom wou ik al eens uitproberen hoe ik die stad in beeld kon brengen als een moderne stad. Meteen ook een manier om de stad Luik warm te maken voor mijn langspeelfilmproject. ‘Expo’ is daarom ook op veel verschillende locaties gedraaid, in tegenstelling tot ‘Carrière’, een film die ik op slechts twee locaties heb ingeblikt. Het voordeel als je zonder dialoog werkt, is dat je efficiënter en sneller kunt werken. Alles wat ik met de kortfilms doe, staat eigenlijk in functie van de langspeelfilm.”
Is die langspeelfilm al gecast? Staan er al namen op?
Guido De Craene : “Ik heb deze week een casting voor de hoofdrol. Dat is geen evidente rol, omdat er nogal wat naakt aan te pas komt, maar tot mijn groot genoegen, hebben de meeste Franstalige actrices die ik gecontacteerd heb tot nu toe helemaal geen probleem met het feit dat er seksualiteit en geweld aan deze rol vastzit. Ze zeggen zelf : ‘Jij moet je verhaal vertellen en ik kom een casting doen voor de rol zoals jij ze ziet.’ Het is nu aan mij om een aantal knopen door te hakken. Omdat ik ook wil dat de energie tussen de verschillende mensen die ik in mijn hoofd heb, klopt. Het is eigenlijk een vrouwenfilm. De drie belangrijkste rollen zijn voor vrouwen. Wie al zeker heeft toegezegd is Eric Godon, wat toch een beroemde acteur is. Hij staat heel fel achter het project. Er zijn nog een aantal namen die zo goed als vaststaan, maar ik kan daar nog niet mee naar buiten komen.”
Zou u het zichzelf niet makkelijker maken door in het Nederlands te draaien en uw eigen naam en die van uw partner te gebruiken om in uw eigen taalgebied financiering en promotie te zoeken?
Guido De Craene : “Daar is veel voor te zeggen. Maar één van de dingen waar ik dan wat moeite mee heb, is dat het profiel dat mijn partner en ik in Vlaanderen hebben, via ons televisiewerk, niet het soort profiel is dat veel krediet geeft om dat soort dingen te doen. Wat ik wil doen is iets totaal anders dan als acteur in al die series spelen of samen met Ann aan een scenario werken van ‘FC De Kampioenen’. Dit is totaal iets anders. Mijn profiel zit me in Vlaanderen in de weg om te doen wat ik nu wil doen.”
U zou de mensen kunnen leren om niet in hokjes te denken.
Guido De Craene : “Ik hoop dat dan te doen als die film uitkomt. Hopelijk gaan de
mensen dan zeggen : ‘Tjiens, de Guido heeft een film gemaakt in een andere taal, dat zal misschien wel gaan over iets wat de moeite is.’ Natuurlijk hoop ik dat dat op de ene of andere manier weerklank in Vlaanderen zal vinden. Ik denk dat de weg die ik daarvoor moet afleggen toch een omweg is.”
Momenteel zijn in Zuid-Frankrijk, in de buurt van de Mont Ventoux, de opnamen aan de gang van de film van ‘F.C. De Kampioenen’. U had toch mee geschreven aan het scenario? Moet u daar niet bij zijn?

Guido De Craene : “An en ik hebben op een gegeven moment zelf een scenario geschreven, dat was in 2007-2008, en dat zou aanvankelijk ook het verhaal geworden zijn van de film, maar van in het begin was er eigenlijk sprake van een soort patstelling tussen de producent en ons, waardoor het meer een verhaal werd over ‘the art of war’ dan iets anders. Uiteindelijk hebben wij een veldslag verloren, maar de producent heeft toen de oorlog verloren. Het goeie is wel dat Ann er toen is mee doorgegaan op het moment dat Hec Leemans het filmproject terug op tafel heeft gelegd. Uiteindelijk hebben ze nu met vieren het scenario geschreven : Hec, Bart Cooreman, één van de scenaristen van de serie, regisseur Johan Gevers en An. En ik zit daar ergens op de achtergrond, als ghostwriter van An, maar dat heeft niet zoveel belang. Dat hoeft ook niet per se naar buiten te komen. Ik ben gewoon blij dat die film nu uiteindelijk wordt gemaakt, met alles erop en eraan. Dat is fantastisch. En het toffe is dat An nu in het Zuiden van Frankrijk zit en dat ik de week van de 20ste mei ook in het Zuiden van Frankrijk zit, voor het Festival van Cannes.”
Uw kortfilm draait daar dus. Maar wat gaat u daar doen? Hoopt u er aan uw langspeelfilmproject te werken?
Guido De Craene : “Dat is de bedoeling. Het is niet simpel om binnen te dringen op de Franse markt, maar als je in Cannes komt en je bent geselecteerd voor de Short Film Corner en je kan al een twaalftal internationale festivalselecties voorleggen, dan zijn er hopelijk wat producenten en distributeurs die zullen luisteren naar mijn nieuwe plannen. Ik wil geen kans laten liggen.
Ik heb een heel concreet project waarmee ik mensen hopelijk aan boord krijg. Ik heb het verhaal gehoord van een jonge regisseur die zelfs in de officiële selectie zat. Maar die komt daar dan, heeft geen concreet plan of project, waardoor het niet interessant is voor producers of distributeurs om gesprekken aan te gaan. Er is niets om op te werken. Ik heb dat dus wel. In die zin is de timing perfect. En misschien kom ik wel terug met nieuwe mogelijkheden die me in meer comfortabele omstandigheden kunnen laten werken. Maar pas op, dat langspeelfilmproject gaat sowieso door, ook als ik geen extra-geld vind.”
Cinevox Le cinéma vu par les belges

