Woensdag kwam Cruise Control uit in de bioscopen, een Vlaamse film die geregisseerd werd door Rudi Van Den Bossche. Die had graag zijn cast & crew in de bloemetjes gezet op de première, maar door de veiligheidsregels kon dat helaas niet.
“Je bent er toch vier jaar mee bezig en dat zou dan eigenlijk de moment moeten zijn waarop je alles kan afronden, eens voor iedereen een kleine buiging kan maken. Jammer dat dat nu niet kan, maar er zijn natuurlijk veel dingen vervelend momenteel.
Het is een film die we in deze bizarre tijden wel kunnen gebruiken. Als je nu een donkere film uitbrengt, worden de mensen er ook niet meteen vrolijker van. Het is een hele aparte film, ik weet niet hoe dat bij iedereen gaat vallen.
Je zult merken dat er dingen inzitten die iets doen met de vertelling van een scène, dat heeft bijvoorbeeld met het door elkaar halen van tijd en ruimte te maken. In Olivetti 82 deed ik dat ook al een beetje, maar nu ben ik daar dus verder in gegaan. Tegelijkertijd moet je de balletjes omhoog houden, want je mag het publiek niet afstoten.
Ik ben iemand die normaal, zeker met een scenario, heel nauwkeurig is en dacht: “Nu ga ik de boel eens op zijn kop zetten en kijken waar de limieten liggen”. Voor de cast was dat niet altijd evident, zeker niet in den beginne.
Als je eet krijg je een gerecht voor je, dan zie je wat het is en proef je de ingrediënten. Hier was de structuur andersom: pas op het einde merk je wat de menu eigenlijk was. En dat betekent dat ze soms weinig houvast hadden, maar de puzzelstukken vallen wel in elkaar op het einde van de rit.”’
De film gaat over een filmregisseur die eindelijk zijn grote film wil gaan maken. Je hebt veel van je eigen ervaringen meegenomen in de film blijkbaar, wat is er waar?
“Het gekke is dat er heel veel van waar is, soms hebben de dingen natuurlijk een beetje extra peper en zout gekregen. Veel mensen uit het vak zullen referenties zien naar bepaalde beroepen en personages, maar de kijker niet denk ik. Ik ben daar ook heel voorzichtig mee omgegaan, omdat ik naar het publiek toe geen film over filmmaken wilde maken. Het moest een soort avontuur zijn, met entertainment.
Het hoofdpersonage is ook zeker niet mijn alter ego, in de verste verte niet. Uiteraard heb je als maker altijd een bepaalde affiniteit en zijn er herkenbare punten. Het is ook gewoon een hommage aan film zelf en daarom ben ik ook wel gelukkig dat hij in de bioscoop komt. Er zitten toch een paar scènes in die je echt op het grote scherm moet gezien hebben.
Er zijn ook verwijzingen naar andere films, bijvoorbeeld van Tarrantino en Coppola, en de basis van het verhaal is Wat doen we met de liefde? van Jef Bruyninckx uit 1957. De ouders van regisseur Serge Gabriëls hebben elkaar namelijk op die set leren kennen. Er zit ook een mooi fragment in van die film, dus in die zin is het ook een ode aan de Vlaamse filmgeschiedenis. Maar dat waren dus niet echt mijn ouders, anders had ik nu misschien wel meer dan vier films gemaakt!”
Zijn er nog toekomstige plannen?
“Ja, maar dat is niet evident. Na mijn debuutfilm Olivetti 82, nu exact 20 jaar geleden gedraaid, heb ik nooit meer projectsubsidie gekregen. Deze film was dus productioneel veel moeilijker om rond te krijgen, dan regie- of scenariogewijs.
VTM is wel coproducent, dus daar de film hopelijk nog wel wat bereik krijgen. Maar in de eerste plaats is het een bioscoopfilm, dat is tenslotte ook één van de thema’s van dit verhaal. Het is te hopen dat het ook daar nog een publiek bereikt, ondanks de situatie. Het is in ieder geval een film die heel breed zou kunnen gaan, met die cast toch zeker.
Ik hou ontzettend van mijn acteurs, ik zie die mensen ontzettend graag en werk er ook graag mee. Dat voel je ook heel duidelijk aan deze film, het spelplezier spat ervan af en dat vind ik heel belangrijk.
Daar zat ook nog wel een extra moeilijkheidsgraad, dat ik bijna constant met zeven acteurs op de set stond. Het is gemakkelijk om een découpage te maken van twee acteurs, maar als er telkens zeven mensen deelnemen aan een scène is dat wel heftig. Maar ik ben onwaarschijnlijk gelukkig met die cast, maar dat was ik ook met de vorige films ook dus.”
Je hebt ook nu weer Dirk Roofthooft meegenomen, is dat een ‘brotherhood’?
Ja, ik kon hem toch niet achterlaten?! Dirk is ook gewoon een stééngoed acteur, net zoals Lucas Van den Eynde en Gene Bervoets. Maar ook al de rest, zoals Elke Van Mello en Sofie Joan Wouters. Ik zal dus niet zeggen dat het toeval is dat Dirk er nu voor de derde keer inzit, dat heeft met kwaliteit te maken.
En nu ben ik heel benieuwd welke kant het gaat opgaan. Nogmaals: het is iets anders, dat zal misschien goed vallen en misschien niet. Maar ik dacht: “Hoeveel films kan een regisseur maken in zijn leven? Laten we ervan uitgaan dat het misschien wel de laatste is”, en dan probeer je de lat eens te verleggen. Het is mijn vierde film, maar wat mij betreft kunnen er nog vier bij.
Cruise Control is sinds 5 augustus te zien in alle bioscopen.