Touching Infinity zou nu in de bioscoop te zien zijn maar wegens de sluiting kan je de film nu al online bekijken. Ik sprak met maakster Griet Teck, over de troostende schoonheid en kracht van afscheid nemen.
Ik ben even in de zaal moeten blijven zitten, ik was een beetje gebroken. Hoe hoe voel je je als je zoiets aan het filmen bent?
Misschien moet ik even terug gaan naar waar het idee vandaan kwam. Voor mijn vorige docufilm Feel My Love heb ik gedurende twee jaar mensen met dementie gevolgd in woonzorgcentrum Huis Perrekes (Oosterlo). Ik werd er voor de eerste keer geconfronteerd met het sterven. Ik nam mee afscheid van de bewoners die ik gevolgd had. Maar het was vooral de manier waarop de bewoners en hun naasten er worden gedragen, die me diep heeft geraakt.
Toen is concreet het idee ontstaan om hierover een film te maken. Over hoe sterven deel uitmaakt van het leven. En over de troostende schoonheid en verbindende kracht van afscheid nemen. Vaak is het nog een mooie, verhevigde tijd van leven (niet van sterven). Je wordt heel erg teruggeworpen op jezelf. Materiële zaken zijn niet meer van belang, het gaat om zorgen voor elkaar, het wel of niet kunnen uitspreken van de dingen. En ik denk dat dit niet beanstigend hoeft te zijn. Maar we kunnen er zo moeilijk over praten in onze samenleving, en dat vergroot het lijden enorm. Hoe ga je hiermee om?
De opnames waren intens. Elke ontmoeting is een afscheid. Op heel korte tijd creëer je een hechte band. Maar tegelijk blijf ik me er ook van bewust dat ik een vreemde blijf met een camera. Je moet continu waken over de afstand die je inneemt, en jezelf in vraag durven stellen.
Hoe heb je je onderwerpen gevonden dan?
Ik heb contact gezocht met de Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen. Mijn eerste idee was om de film op te nemen op een palliatieve eenheid, omwille van de dynamiek van allemaal verhalen in verschillende kamers, achter verschillende deuren. Maar al gauw bleek dat mensen er maar kort verbleven. Er was amper tijd om een vertrouwensband op te bouwen.
Toen werd ik in contact gebracht met de palliatieve thuiszorgequipe van Gent-Eeklo die bestaat uit een team van verpleegkundigen, huisartsen, psychologen en vrijwilligers. In het begin heb ik veel patiëntenvergaderingen bijgewoond. Daar heb ik veel uit geleerd, en tegelijk leerde de equipe mij ook kennen. Wat later brachten ze mij in contact met mensen van wie zij dachten dat dit project iets zou kunnen betekenen.
En dat waren onmiddelijk deze mensen?
Nee, ik heb heel veel mensen ontmoet en vaak maar voor één of meerdere gesprekken, omdat de tijd u gewoon superhard inhaalt. Het is geen fictie, hè. Het is heel echt, en het vertrouwen moet er 200% zijn, langs beide kanten. Ik heb ook twee mensen vrij intensief gevolgd, waarbij die samenwerking dan uiteindelijk gestopt is. Ik had me daar mentaal op voorbereid, dat dat ook deel ging uitmaken van het proces. Achteraf gaf ik hen dan het beeldmateriaal. Maar elke ontmoeting, hoe kort ook, is bijzonder en heeft bijgedragen aan de film.
Zeg je dan op voorhand: “Ik ga u volgen tot het einde?”, of hoe gaat die kennismaking?
Eerst ging ik samen met de verpleegkundige de persoon in kwestie ontmoeten en legde ik mijn project uit. Ik toonde dan beeldmateriaal dat ik al had en gaf een DVD van mijn vorige film Feel My Love om een idee te geven van mijn benadering. Maar als ze dan vroegen: “Griet, hoe gaat dat dan gaan?”, dan moest ik ook vaak antwoorden: “Ik weet dat ook niet helemaal”.
Mijn werk is observerend, ik neem geen interviews af. Dat is veel intiemer en totaal onvoorspelbaar omdat er niets gescript is. Je creëert een ruimte van vertrouwen van waaruit dingen kunnen ontstaan, zoals bij het gezin. Ik heb echt moeten leren vertrouwen op het moment zelf.
Ze geven iets weg natuurlijk, waarvan zij niet gaan weten wat het wordt.
Dat klopt. En daarom spreek ik ook liever over een samenwerking. Ik wou niet alleen iets nemen, maar luisterde ook naar wat ik voor hen kon betekenen. Ik vroeg hen bijvoorbeeld om momenten aan te brengen die betekenisvol voor hen waren, waardoor je een andere dynamiek krijgt. Ik herinner me ook dat ik een paar keer beelden heb getoond aan Rebecca, de moeder, op haar ziekenhuisbed. Dat waren mooie momenten die haar geruststelden en mij dus ook. Vooraf hadden we ook afgesproken dat de vader zijn veto mocht stellen, indien nodig, bij bepaalde beelden. Uiteindelijk was dat niet nodig.
En de kinderen?
Daar is uiteraard heel omzichtig mee omgegaan. De motivatie was dat het voor hen ook een mooie herinnering zou zijn voor later. Ze zijn nu twee jaar ouder, maar het is op een hele jonge leeftijd dat ze dat hebben meegemaakt. Ze zijn er wel enorm in begeleid, ik denk wel dat je dat in de film ziet. Ik heb ook altijd aan hen gevraagd of iets ok was, en de papa heeft ook achteraf de film bekeken met hen. Hij zei dat de jongste (toen 6 jaar) precies toch wat meer actie verwachtte, ze had een totaal ander beeld van wat ik daar aan het doen was.
“Ik heb van alles gedaan en dat zie je niet in de film!”
Het is niet dat ze triestig of vrolijk werden van de film te zien. Het was gewoon zoals het was voor hen. De vader zei dat het echt de liefde en de verbondenheid toont in beelden zoals het ook voor hen aanvoelde.
Eigenlijk heb je dan toch een band opgebouwd met die mensen?
Ja, ik heb ze leren kennen in oktober en begin januari is Rebecca overleden, dus gek veel tijd is dat natuurlijk niet. Het is bijzonder hoe snel er een hechte band ontstaat. Ik werk ook alleen, zonder ploeg, om de intimiteit van het moment niet te verstoren. Als het vertrouwen er is, vergeten mensen vaak dat ik er ben tijdens opnames. Blijkbaar heb ik de gave om mezelf niet erg aanwezig te maken.
Je bent geen reporter, maar een ‘fly on the wall’. Dan ben je toch alleen met wat je voelt op dat moment?
Ze hebben mij toegelaten om dat laatste stukje mee te wandelen. En ook: om die intimiteit te kunnen vatten op beeld, kan je niet anders dan daar ook in mee gaan, in die flow. Je kan niet anders, zodat je als kijker dat gevoel van die betrokkenheid hebt. Het is altijd met veel respect en liefde dat ik hiermee ben omgegaan. Ik hoop dat mensen dit ook voelen in de beelden, waardoor je je als kijker geen voyeur voelt maar een bevoorrechte getuige van iets heel bijzonder. Wat het betekent om mens te zijn.
Heb je jezelf daarin ook laten begeleiden?
Ik ben goed omringd. Mijn producent heeft ook heel veel affiniteit met dat onderwerp, ik heb ook een mentor, iemand waarmee ik daar heel goed over kan praten. En ook met de psychologe die je ziet in de film. Ik heb wel het gevoel dat ik altijd gedragen ben geweest, ook door het team van de palliatieve thuiszorg.
Was je bij een einde effectief bij?
Nee, ik heb ook van in het begin gezegd dat ik dat niet zou vragen omdat ik dat te intiem vind.
Maar je kan natuurlijk niet weten of het ineens gebeurt, zou je dan naar buiten gegaan zijn?
Absoluut, zoals ik al zei. Je blijft een vreemde met een camera. Daar ben ik me zeer bewust van. Je moet blijven waken over die afstand.
Dat het niet voyeuristisch wordt…
Dat is iets waar ik heel erg voor huiver. Ik hoop niet dat jij dat zo aanvoelde?
Neenee, je voelt je heel dicht bij die mensen, de liefde spat over.
Kan je de titel trouwens verklaren?
Ik dacht altijd dat de titel nog ging veranderen, omdat ik die misschien te groots vond, maar ik denk dat de film de titel is geworden. Touching infinity… dat het iets is wat ons overstijgt, iets groter dan onszelf.
De oneindigheid.
Je raakt iets aan wat groter is dan jezelf.
Voor mij voelde het ook wel als oneindige liefde, en hoe je elkaar oneindig blijft aanraken de rest van je leven.
Dat is prachtig verwoord. Liefde is een centraal thema in de film, daar word ik altijd toe aangetrokken als een magneet.
Don’t we all.
Ja, maar je zou ook een film over dit onderwerp kunnen maken die deprimerend is. Uiteraard is er immens verdriet, maar ik wou ook de andere kant tonen. Vaak is die laatste fase ook nog een mooie tijd van (intens) leven, van diepe verbondenheid.
Een vrolijke film is het wel niet…
Nee, maar ik krijg wel veel reacties van mensen die hem verrassend licht vinden, en dus niet loodzwaar. Heb jij het wel zo ervaren?
Ja, maar ik heb net iemand verloren.
Ja, dat is wel een groot verschil. Iemand zei me: “Het komt omdat je de film zo open hebt gelaten, geen statement, dat je daar zelf je eigen dingen op kan projecteren”.
Wat zou je willen dat de film bereikt?
Het meer bespreekbaar maken van dit onderwerp. Hoe kunnen we hier beter mee leren omgaan? We praten er liever niet over en vaak voelt het aan als een falen terwijl het zo onlosmakelijk verbonden is met het leven. Met deze film vind ik het belangrijk dat sterven wordt getoond als deel van het leven, op een heel gewone manier. Daarnaast wil de film ook de bijzondere werking van de palliatieve zorg zichtbaar maken.
Er is zo’n grote misvatting bij mensen dat het enkel om terminale zorg gaat, wat niet klopt. Naast pijnbestrijding hebben zij een grote aandacht voor de innerlijke pijn, psychologische en sociaal. Ik denk dat de film dat ook toont, de kracht daarvan. Zo ontzettend belangrijk in deze tijd!
Je hebt nu twee films gemaakt over vergankelijkheid, verlies, afscheid, omgaan met kwetsbaarheid, dan is het waarschijnlijk als maker: “Ofwel wordt dit mijn ding en ga ik daar verder op bouwen, of ik ga nu kappen en tabula rasa”.
Ik denk dat omgaan met kwetsbaarheid een thema blijft, maar you never know. De volgende film kan wel iets anders worden. Het is iets wat je voelt, dat je uitgepuurd hebt, een manier van werken die wel tijd vraagt. Want tussen de families, zitten echt wel verschillende jaren. Ik heb alle referenties naar tijd eruit gehaald, zodat je niet dat gevoel hebt.
Hoeveel tijd heb je dan uiteindelijk bij die mensen gespendeerd?
Bij Emma en Fernand, het oudere koppel, ben ik veel geweest. Ik kwam daar ook graag, uiteindelijk raak je ook bevriend. Maar ik denk dat het uiteindelijk filmen maar vijftien draaidagen waren.
Bij het gezin was het ook vrij snel, maar zeventien dagen denk ik, en dat waren bijna altijd momenten die in de film zitten. Concreet vertrek ik altijd vanuit dagelijkse rituelen, heel eenvoudige dingen. Zoals Emma die het haar van haar geliefde Fernand kamt of de moeder die haar kind in bed legt. Er is niks geënsceneerd.
Ik denk dan terug aan hoe mijn moeder op bed kwam zitten om een verhaaltje voor te lezen of een liedje te zingen, zoals denk ik bij de meeste kinderen wel zo is. Om met een goed gevoel te gaan slapen, op een mooie manier de dag afronden, en wat toch ergens een equivalent van een afscheid is. Elke avond opnieuw zeggen: “Ik zie u graag”, en elkaar een kus en een knuffel geven. En bij dit gezin elke avond datzelfde moment, al vier of vijf jaar lang. Het kan elk moment gedaan zijn, misschien wordt ze morgen niet wakker.
Je staat er niet altijd bij stil, maar er schuilt zoveel schoonheid in die eenvoudige gebaren.
Het is mooi dat je de kijker laat voelen en denken wat hij wil. En des te schoner is het dan als mensen er iets totaal anders uithalen.
Touching Infinity is vanaf nu beschikbaar via Premium VOD, op onder meer Cinema Bij Je Thuis en op ZED vanuit je Zetel. Bij de film wordt ook gratis een registratie van het nagesprek van de première op DOCVILLE aangeboden. Hierin gaat Fried’l Lesage in gesprek met Bart, de man van de overleden Rebecca, filmmaakster Griet Teck en Dr. Gert Huysmans.