Op Film Fest Gent kende Laura Wandel haar tweede langspeelfilm, “L’Intérêt d’Adam” zijn Belgische première. In mei ging de film reeds in wereldpremière als openingsfilm van de Semaine de la Critique in Cannes. Het is een indringend portret van een verpleegkundige die onvermoeibaar vecht tegen het gevoel van onmacht dat haar door de gangbare regels wordt opgelegd.
Lucie (Lea Drucker) is hoofdverpleegkundige op de afdeling pediatrische hospitalisaties. Ze volgt al een tijdje de zaak van de kleine Adam, wiens gezondheid in gevaar komt door een onevenwichtig voedingspatroon dat aangemoedigd wordt door zijn moeder (Anamaria Vartolomei). Lucie weet dat het kind enkel kan genezen met een aangepaste medische begeleiding, maar ook met de medewerking en vooral aanwezigheid van zijn moeder. Alleen is die moeder het voorwerp van een rechterlijk bevel van de familierechter, die haar bezoekrecht wil beperken. Toch hebben moeder en verpleegkundige hetzelfde doel: het welzijn van het kind.
Lucie zal zich inzetten, zich vastbijten – misschien meer dan ze zou moeten – om de band tussen moeder en kind in stand te houden. Strijden betekent niet altijd vechten tegen duidelijke tegenstanders, maar vaak tegen een verstikkende structuur die de menselijke maat dreigt te verliezen. Het zieke lichaam is niet enkel dat van de patiënt, maar ook dat van de instelling zelf: een administratief reus die mensen vermaalt. De kinderafdeling wordt gedomineerd door verdriet en wanhoop. Elke patiënt draagt zijn eigen verhaal, zijn verleden en zijn kwetsuren mee. De sociale context weegt vaak even zwaar als het medische traject, al herinneren enkele verdwaalde ballonnen op de achtergrond eraan dat een ziekenhuis soms ook een plek van vreugde kan zijn.
“L’Intérêt d’Adam” is tegelijk een vrouwenportret, een sociaal drama en een psychologische thriller, want al snel voel je dat het vertrouwen dat Lucie met zoveel geduld heeft opgebouwd tussen haar en de moeder, door het systeem op de proef zal worden gesteld. Het verhaal ontvouwt zich bijna in real time, binnen een soort van gesloten ruimte. De camera blijft dicht bij Lucie, het onderwerp van het portret, zelfs als actie en dialoog zich regelmatig buiten beeld afspelen. Toch richt Laura Wandel in enkele krachtige, vloeiende scènes haar aandacht op de patiënten, die ze op een manier tot leven wekt. Te beginnen bij de kleine Adam en zijn familie: zijn liefhebbende maar wanhopige moeder, verdwaald in overtuigingen die nooit veroordeeld of uitgelegd worden, en zijn afwezige vader, opgeslorpt door zijn nieuwe leven.
De vertolking van Lea Drucker is van een zeldzame gevoeligheid én precisie, net als de blik waarmee regisseur haar observeert. We zien Lucie worstelen, bijna ten onder gaan, en weer overeind krabbelen. We staan aan haar zijde, delen haar twijfel, haar woede, haar vastberadenheid.
Gedurende iets meer dan een uur bevinden we ons samen met haar in de kamers en gangen van het ziekenhuis, en haar diepe menselijkheid raakt recht in het hart.
Hoe aanvaard je dat er mensen zijn die je niet kunt helpen, dingen die je niet kunt herstellen, situaties die je niet kunt redden?
Tenzij onze menselijkheid juist bestaat in het weigeren ons neer te leggen bij onze onmacht tegenover leven en dood.
De film komt vanaf 15 oktober uit in de Belgische zalen.
Cinevox Le cinéma vu par les belges

