Annick Christiaens is een actrice die veel bekender zou moeten zijn dan ze is. Talent heeft ze en verstand ook. Plus niemand die zo geïnteresseerd is in het vak als zij. Je vindt haar terug op alle festivals, ziet haar op de premières en overal en altijd heeft ze een gegronde mening over de dingen. Geen wonder dat ze aan het schrijven en het regisseren is geslagen. Maar intussen blijft ze ook acteren bij ons en in de ons omringende landen. Want naast talent en verstand beschikt ze ook nog over een talenkennis waar weinig acteurs aan kunnen tippen. Blij dat ze weer bereid was om onze nieuwjaarsvragen te beantwoorden.
1) Was 2016 een goed filmjaar voor u en voor de Belgische film en waarom of waarom niet? (hoogtepunten, laagtepunten…)
Ik kreeg de indruk dat al sinds eind 2015 het Vlaamse publiek wat minder durf aan de dag legt en internationaal bejubelde films zoals ‘Black’ en ‘D’Ardennen’ lieten links liggen, waardoor deze films in 2016 bijna niet meer vertoond werden in de bioscoop. Die trend zette zich verder , waardoor ‘Belgica’ eveneens snel van de affiche verdween terwijl de populaire films van Marc Punt meer en meer bezoekers trekken. Hangt dit samen met de sociaal/politieke context, waar terugplooien op de kleinere “eigenheid” ook erg in trek is ?
Werden als reactie hierop, daarom een aantal ietwat ongeloofwaardige verhalen gesteund? ( bv ‘Broer’, ‘Le Ciel Flamand’, ‘My First Highway’)
Aan de Franstalige kant waren er nochtans heel mooie films te zien, waarbij het in Cannes geselecteerde ‘L’Economie du couple’ van Joachim Lafosse en ‘La fille inconnue’ van de gebroeders Dardenne een vermelding best waard zijn.
Er kwamen minder Belgische films uit in 2016 en dat vind ik een spijtige evolutie, want om echte toppers te krijgen, moet je nu eenmaal veel dingen maken. Oefening baart kunst en wat er ook beweerd wordt , die waarheid blijft in alles aan de orde.
Zelf heb ik in december 2016 twee kortfilms (‘Le Repas’ en ‘Er was eens’) uitgebracht als regisseur/scenariste en was dus minder aanwezig als actrice in Belgie ( ik was alleen nog te zien in ‘Professor T’)
Ik speelde wel nog de hoofdrol in de franse film fantastique : ‘Please love me forever’ van het Parijse productiehuis Mille Visages en kreeg een bijrol in ‘Le petit locataire’ van Nadège Loiseau met Karin Viard in de hoofdrol.
2) Wat zijn uw filmplannen voor 2017?
Mijn filmplannen voor 2017 zijn nog een beetje geheim, omdat ik zelf een aantal projecten opstart zowel een nieuwe kortfilm als het scenario voor een 6 delige serie.
Ook het scenario voor een langspeler kreeg positieve feedback, maar de puzzelstukken zijn nog niet allemaal ingevuld. Ik zet ook weer meer in op Frankrijk, waar ik ga meewerken aan een heel aparte docufictie ‘Les septs nains’ met Injamproducties.
3) Wie waren voor u de figuren van het jaar op filmvlak (Vlaanderen, België…)?
Peter van de Begin heeft echt wel zijn beste beentje voorgezet zowel met ‘Everybody Happy’ als ‘King of The Belgians’. Ook Spencer Bogaert was een prima keuze voor ‘Vincent’. Bart van Langendonck bewijst dan weer dat producers met fantasie broodnodig zijn om diversiteit te bewaren in de filmwereld.
Nino Lombardo heeft ook terecht zijn vertrouwen geschonken aan een regisseuse waar hij allang mee samenwerkt : Fien Troch. ‘Home’ is nu pas uit, in 2017, maar is zeer authentiek.
4) Wie worden voor u de figuren van volgend jaar? Wie moeten we in de gaten houden?
Veerle Baetens zal schitteren met haar hoofdrol in de nieuwe serie ‘Tabula Rasa’, daar ben ik 100% zeker van en ik geloof dat ze met haar eerste langspeler ‘Het Smelt’ als regisseur ook het quota van goede vrouwelijke regisseurs gaat opkrikken. Michael Roskam zal met zijn nieuwste film ook zijn talent bevestigen. Het RITS en alle andere filmscholen blijven steeds betere filmische kwaliteit afleveren, hoewel de verhaallijnen soms wel heel dun kunnen zijn.
5) Welke vraag zou u zelf gesteld willen krijgen aan het eind van 2016 en/of het begin van 2017 en wat zou u er op antwoorden?
Waarom mag een castingdirecteur geen eigen keuze van acteurs of actrices meer voorstellen in Vlaanderen zelfs voor tweedeplansrollen?
mijn antwoord : Omdat snelheid de enigste parameter geworden is in alles wat ondernomen wordt in de tv- en filmproductiewereld, waardoor zowel voor de tax-shelter als voor de televisies, steeds weer dezelfde namen moeten worden aangebracht en de artistieke inbreng van een castingdirecteur ongeveer herleid is tot nul.
Zag je een ietwat vergeten actrice, een secretaresse spelen, dan mag ze hooguit nog een keer opnieuw ingezet worden als secretaresse in een volgende productie, maar daar stopt de “creatieve inbreng”. Als actrice of acteur kan je maar op twee manieren overtuigen om iets anders te spelen dan je al speelde : dankzij het vertrouwen en de durf van een castingdirecteur of dankzij het vertrouwen van een regisseur. Geen van beiden kunnenof durven nog hun nek uitsteken. En terwijl je bij de bakker en de bloemist mensen hoort klagen “over altijd dezelfde gezichten”, zijn deze klanten echter steeds meer gedrild in de vraag : “wie speelt mee?”. Wie durft deze vicieuze cirkel doorbreken ?
6) Is er een vraag die je aan iemand uit de Vlaamse filmwereld gesteld zou willen zien? Zo ja, welke?
Aan Pierre Drouot
Hoe onrechtvaardig voelt het aan, om steeds weer te moeten horen dat films, die het VAF steunt en die ontelbaar veel artistieke mensen werk geeft en zo’n groot publiek kijkplezier bezorgt, gesubsidieerd zijn met belastinggeld ? Terwijl intussen duizend keer meer geldelijke steun naar de bedrijfswereld gaat, met de uitleg dat het daar om “jobcreatie” en “prestige” gaat ?
Zie ook :
Andere mensen die onze nieuwjaarsvragen beantwoordden