‘Groenten uit Balen’ heeft even wat tijd nodig gehad om zijn weg naar de kijkers te vinden, maar de mond-tot-mondreclame heeft haar werk gedaan. Waar andere films tegenwoordig meteen de massa naar de zalen lokken, om na enkele weken alweer uit de bioscopen te verdwijnen, heeft de derde langspeelfilm van regisseur Frank Van Mechelen zijn kijkers stuk voor stuk verdiend. De premisse was misschien niet zo sexy, viel niet meteen in moderne marketingtaal te gieten, maar het verhaal en de acteurs konden de kijkers zodanig boeien dat zij die overtuigd waren ook anderen gingen overtuigen. En zo zorgt de film voor zijn eigen succes. Iedere kijker is er één die de makers verdiend hebben. De superlatieven waarmee zij die overtuigd zijn de nietsvermoedende medemens over de streep trachten te trekken, zijn voor de film bestemd en voor de acteurs : de jonge revelatie Evelien Bosmans, de man die haar vader speelt, Stany Crets, en dan die andere man die je tegenwoordig overal ziet, Michel Van Dousselaere en dan die mooie vrouw die een mama speelt zoals we er in onze dromen allemaal één hadden : zacht, warm en mooi als een prinses. Die vrouw is… Ja, wie is die vrouw? Tiny Bertels heet ze. Ze speelt af en toe een gastrol in een Vlaamse serie, zo blijkt en we zouden haar ook moeten kennen van ‘Dennis’, een komische serie waarin Axel Daeseleire de hoofdrol speelde. Al zegt die serie ons eigenlijk niets. Maar wij zijn hier dan ook met film bezig en niet met tv. In ieder geval, wij hadden een gesprek met die Tiny Bertels. En in het echte leven is ze even mooi. En even warm. En even vriendelijk. De film moest nog uitkomen toen we haar ontmoetten. Dat zeggen we er maar eventjes bij, zodat je weet wat je moet weten. O, en nog dit. ‘Echt waar’, zegt ze vaak. Echt waar. Daar hebben wij een verklaring voor. Tiny doet niet vaak interviews. Echt waar. Je voelt dat ze dat soort gesprekken redelijk kunstmatig vindt. Echt waar. En ze doet er dan ook alles aan om te laten blijken dat alles wat ze zegt echt gemeend is. Want Tiny, dat weten we nu wel, is echt. En we hopen van harte dat we haar in de toekomst veel vaker aan het werk zien in de Vlaamse film.
Eigenlijk kenden wij jou niet. Vandaar de vraag : van waar kom jij eigenlijk?
TB : “Ik kom uit de Kempen. Ik ben eigenlijk in Oostmalle grootgebracht, maar mijn familie komt allemaal uit Arendonk. Dat is redelijk Noorderkempen hé.”
Dus die taal en zo kende voor jou niet echt veel geheimen.
TB : “Ja, dat taaltje ken ik wel. Mijn ouders zijn allebei afkomstig van Arendonk en dus was dat ook het dialect waar ik thuis mee opgegroeid mee ben.”
Hoe oud ben jij?
TB : “Wat denk je?”
Heel jong. Maar roept de tijd die in ‘Groenten uit Balen’ wordt neergezet, de vroege jaren zeventig, bepaalde herinneringen in je op?
TB : “Ja, als ik die GB en zo zie en dat interieur van die supermarkt en zo wel hé. Dat wel nog zo. Ik ben van ’72. Dat mag je wel weten, ik heb daar nooit geen geheim van gemaakt. Dat briefje van 20 frank, dat nu op de affiche staat, dat heb ik ook nog gekend. Dat heb ik vroeger nog gekregen van mijn toenmalige grootvader, als kind, dat weet ik nog wel. Natuurlijk, die sfeer is nog lang blijven hangen. Als je uit een eenvoudig milieu kwam, dan veranderden die interieurs en decors niet om de vijf jaar. Nu zijn er wel veel moderne gezinnen, maar je kunt nu ook nog veel huizen binnenkomen waar nog de sfeer van tien of twintig jaar geleden hangt. Zo was dat ook vroeger. In dat opzicht ben ik wel met een soort ouderwetsigheid geconfronteerd geweest.”
Als er al een hoofdrol is in de film, dan is ze voor Germaine, het personage van Evelien Bosmans, maar je zou evengoed kunnen zeggen dat de film in de eerste plaats over de mama, de papa en de dochter gaat. Dus spelen jij, Stany en Evelien alle drie de hoofdrol.
TB : “In het oorspronkelijke stuk van de Walter zijn er maar vijf rollen hé : de moeder, de vader, de grootvader, de dochter en de vriend van de dochter. En alles wordt verteld in het gezin zelf. De staking krijg je nooit te zien. Het stuk is dus opengetrokken naar de fabriek en de staking. Nu zie je wat er zich in de fabriek afspeelt, terwijl je in het stuk alles via de protagonisten moet vernemen. Dat was vroeger verplicht leesvoer.”
Door omstandigheden is het weer heel actueel.
TB : “Het is niet omdat er bloemetjesbehang tegen de muren hangt dat het niet hedendaags kan zijn. Op grote schaal en op kleinere. Jij denkt aan die staking. Door wat de wereldcrisis aan sociaal-economische gevolgen heeft, is dat inderdaad allemaal weer actueel, maar er duiken een aantal problemen in dat gezin op die zich nu nog kunnen voordoen.”
Als iemand die het stuk niet kent vraagt over wat de film gaat, wat zeg je dan?
TB : “Ik denk dat de film gaat over een gezin dat zich in een crisissituatie moet zien staande te houden, met alles wat er gebeurt. Zulke feiten kunnen zich ook in veel hedendaagse gezinnen voordoen. De crisis speelt zich op twee vlakken af. Eén, op het werk van Jan, in de fabriek, omwille van de staking. En twee, thuis, omwille van de situatie met de grootvader en vooral met de dochter. Het gaat niet alleen over de mannen in de fabriek die de krachten bundelen en opkomen voor hun rechten, maar evenzeer en nog meer eigenlijk over wat zich in het gezin afspeelt, waar Jan met meerdere crisissen wordt geconfronteerd. Die huiselijke crisis komt naar mijn gevoel zelfs op de eerste plaats, misschien omdat ik de moeder heb gespeeld, en omdat ik de kerk in het midden moet houden. Ja, het is een sociale film.”
Maar hoe moet ik mijn dochter van 16 er mee naartoe krijgen?
TB : “Zeg haar : ‘Het gaat over een jong meisje dat zwanger geraakt. Van de eerste keer hé! Ga maar eens mee kijken, dat het jou niet overkomt.’ (Lacht).”
Ja, want dat is het publiek dat je ook nodig hebt om een hit te scoren.
TB : “Dat weet ik niet. Misschien hebben ouders daarin ook een verantwoordelijkheid naar hun kinderen toe. Misschien moeten ze zeggen : “Dat is een heel goed stuk dat geschreven is geweest door Walter van den Broeck , een zeer goed auteur met wiens werk je absoluut eens kennis moet maken.” En omdat er heel goeie dialogen in zitten. En omdat het gaat over iets dat zich echt in realiteit heeft afgespeeld. Het is geen verzonnen verhaaltje. Het is een stukje van de geschiedenis.”
Je hebt het stuk nooit gezien. Maar voel je als acteur dat het goed geschreven is?
TB : “Ja, dat voel je zeker, ja. De eerste keer dat je dat leest, ben je meteen dankbaar dat je zulke dialogen mag spelen. Je weet dat echt meteen hoor. Als je die zinnen leest, voel je dat ze goed zitten. En dat je zoiets toegestopt krijgt, maakt je dankbaar. Echt. Want je krijgt potverdikke soms wat te lezen. Het stuk zelf is ook zo snedig, zo sappig, zo direct. Dat is echt een geschenk, want een goed scenario is de helft van het werk. Dat is zo, zeker.”
Heb je moeten vechten voor de rol?
TB : “Nee, Frank heeft me gebeld. Dat is fantastisch als iemand je belt zondermeer, om te vragen of je een rol wilt spelen. Ja, ik was erdoor aangedaan. Frank is een crème van een gast. Hij heeft je ongelooflijk veel vertrouwen op de set. Waarmee ik niet gezegd heb dat hij kritiekloos is. Hij weet heus wel wat hij wil. Maar het begint met het vertrouwen. En als er iets niet goed is, grijpt hij in. En dat is zo belangrijk. Omdat je dan vanzelf het beste van jezelf gaat geven. Vertrouwen, dat is liefde eigenlijk. Dat is echt liefde.”
Hoe kwam hij bij jou terecht?
TB : “Dat weet ik niet, dat zou je aan hem moeten vragen. Ik heb ooit eens een paar dagen met hem gewerkt toen ik een gastrol in ‘Aspe’ had en hij heeft me destijds ook gevraagd voor een rol in ‘De Hel van Tanger’, maar er is toen van alles tussengekomen, ik was zwanger en er waren nog allerlei omstandigheden waardoor het toen niet lukte. Maar waarom hij me nu heeft gevraagd? Ik zou het niet kunnen zeggen. Omdat hij iemand zocht die uit de Kempen kwam zeker?”
Op Cinevox zijn wij vooral bezig met film en minder met tv. Ben jij eigenlijk een BV?
TB : “Nee, dat denk ik niet. Er zijn veel mensen die me lange tijd hebben herkend van ‘Dennis’, maar dat is intussen zo lang geleden. Nee, het is ook niet mijn ambitie om een BV te zijn. Ik wil gewoon mooie dingen maken.”
Dat voel je wel, maar willen achteraf niet te horen krijgen dat we hier met een wereldberoemde actrice zaten te praten zonder dat we er ons bewust van waren.
TB : “Ik heb veel in het theater gespeeld en ik zing ook. Ik heb twee cd’s opgenomen met Argentijnse tangomuziek. Ik heb een project gedaan rond de nummers van Wannes Van de Velde. Ik bedoel, ik heb zelf een heel brede interesse en niet alles wat ik doe krijgt evenveel aandacht. Je doet wat je graag doet, niet?”
Absoluut. Maar doordat je zo goed wat je doet, vroeg ik me af waar ik je nog gezien had.
TB : “Ja, in de Kempen hé (lacht).”
Wat denk jij nu dat ‘Groenten uit Balen’ in de bioscopen zal doen?
TB : “Ik hoop dat mensen er van zullen genieten. Echt waar. Dat ze buitengaan en zeggen : ‘Hewel, dat had ik niet verwacht.’ Echt. Of dat jongeren die twijfelen om te gaan kijken omdat ze denken dat het toch misschien meer iets voor hun moeder is, buitenkomen met het gevoel dat ze een mooie film gezien hebben, dat ze geraakt zijn. Dat hoop ik eigenlijk. Dat ze aangenaam verrast zullen zijn.”
En Evelien Bosmans?
TB : “Fantastisch hé. Ik kwam ze de eerste dag tegen en dat klikte direct. Heel plezant. Dat is altijd afwachten hé, hoe de mensen zullen zijn met wie je heel nauw moet samenwerken. Supertoffe madame, echt waar.”
En je man in de film?
TB : “Ik ken Stany al heel lang. We hebben destijds samen aan de Studio gezeten. Dat is toch al wel een tijd geleden. Allez, met dat klein gezinnetje in dat klein huizetje was het echt een grote warmte. Dat is wel belangrijk om zo’n dingen te kunnen spelen hé. Want je moet je toch wel kwetsbaar opstellen, je blootgeven. En dat doe je het liefst met mensen met wie het een beetje klikt. Evelien is zo ontwapend, zo… Gewoon heerlijk.”
Is dat zo iemand van wie je voelt dat ze het heeft?
TB : Ik vind van wel. Maar dat hangt van haar ook af wat zij wil met haar leven. Het gaat er niet over of ze het zal maken of niet. Het gaat erover dat zij dingen doet waar ze zich goed bij voelt. Dat zij zich kan ontplooien op de manier dat zij dat wilt. Zegt zij volgend jaar : ‘Ik doe geen tv meer’, dan is dat zo hé. Het is niet aan iemand anders om te zeggen wat zij moet doen. Ook niet aan de media of de pers. Niemand.”
Misschien gaat ze er wel vandoor, laat ze haar man zitten en….
TB : “…geraakt ze zwanger van de eerste de beste (lacht). Ja, dat kan. Nee, ik denk dat het van instelling ook allemaal goed zit. Als ik haar bekijk, denk ik : je bent goed bezig. Het zit over de hele lijn goed. Je vraagt niet de aandacht omdat je jezelf belangrijk vindt. Je doet wat je moet doen en je tracht je rol zo goed mogelijk te spelen. En hopen dat de mensen er van kunnen genieten en dat ze erdoor geraakt zijn.”
Herinner je je nog wat jij voelde toen je de film voor het eerst zag?
TB : “Toen wou ik me eigenlijk in het WC terugtrekken om te gaan zitten wenen. Ik wou gewoon even van iedereen weglopen, want het was in een zaal van 200 man en ik wou even in een hoekje zitten wenen. ‘Dan is het over’, dacht ik.”
Hopelijk omdat je ontroerd was.
TB : “Om heel de commotie en alles. Heel het werkproces, denk ik. En dan het resultaat te zien. Dat is gewoon efkes heftig. Als je plots zo met jezelf geconfronteerd wordt.”
Ik denk niet dat Schwarzenegger dat deed, als hij zichzelf in actie had gezien.
TB : “Nee, dat weet ik. Maar de derde keer deed ik dat ook niet meer. De derde keer heb ik er ook van kunnen genieten. Absoluut.
Lees ook de interviews met :