Geen gewone jongen, die Kristof Bilsen. Nadat hij eerst film had gestudeerd aan het Narafi in Brussel belandde hij vooral in het theater en de danswereld. Hij leverde er beelden aan die een productie moesten dienen. Maar hij wou zijn ambities als filmmaker niet helemaal opzij zetten en maakte de documentaire ‘Three Women’ die meteen als geloofsbrief diende om een stek te bemachtigen op een workshop van Werner Herzog in Los Angeles. Maar Kristof wou zichzelf nog meer bijscholen. En eigenlijk was het pas nadat hij in Londen aan de National Film en Television School had gestudeerd, dat hij zijn eigen stem vond. Een tijd lang bleef hij vanuit de Britse hoofdstad werken. Zijn kortfilm ‘Nzoku ya Pembe’ werd wereldwijd zo goed ontvangen dat hij gelanceerd was. Terug in eigen land begon hij aan een lange documentaire te werken die hij in… Kongo ging draaien. ‘Elephant’s Dream’ is hier nog maar net in première gegaan en mocht alvast rekenen op heel veel mediabelangstelling en terechte lovende kritieken. Wij blij dat ook Kristof onze nieuwjaarsvraagjes wou beantwoorden.
1) Was 2014 een goed filmjaar voor u en voor de Belgische film en waarom of waarom niet? (hoogtepunten, laagtepunten…)
Ik werkte mijn film ‘Elephant’s Dream’ af na een lange drie jaar werk, dus dat was een kleine grote victorie. Goede reacties en een opsteker om aan een volgende lange film te starten. Ook voor de Belgische documentaire, leek het wel een goed jaar, met de release van ‘Waiting For August’ en ‘9999’, twee heel bijzondere films. Maar ook de fictie (moet) het best niet slecht gedaan hebben, al ben ik daar minder van op de hoogte.
2) Wat zijn uw plannen voor 2015?
Ik werk momenteel aan een drietal nieuwe films, waarvan er twee niet bij de deur zijn, er zal dus wat gereisd worden dit jaar voor research én mijn lange film staat op festivals, maar dat is puur plezier natuurlijk. Of ook wel een beetje werk. Plezier, dus. Daarnaast werk ik ook samen met het bevriende SIN collectief aan een nieuwe voorstelling die in maart in première gaat, waarvoor ik videomateriaal ontwerp. Er staat dus best wat op stapel. En tijdens de zomermaanden kweek ik groentjes op het dakterras, zonder fout.
3) Wie waren voor u de figuren van het jaar op filmvlak (Vlaanderen, België…)? (dat kunnen acteurs, producers, regisseurs, scenaristen, D.O.P’s, gaffers of om het even wie zijn uit de filmwereld)
Zonder twijfel is dat de regisseur Malik Bendjelloul, die overleed op 13 mei dit jaar aan zelfdoding. Hij werd 36 jaar. Hij regisseerde de wonderlijke Oscar winnende documentaire ‘Searching for Sugarman’, een biopic over de zanger Rodriguez die zich na een korte carrière terugtrok in Detroit maar onbewust de soundtrack werd in de Zuid-Afrikaanse apartheidsstrijd. Maliks plotse dood, deed mij en collega’s best wel reflecteren op de druk vanuit de “Industry” op regisseurs vandaag en de honger van het systeem om “te hypen films” te produceren. What’s next, vraag je je af. Het legde weer een stukje harde filmwereld bloot.
4) Wie worden voor u de figuren van volgend jaar? Wie moeten we in de gaten houden?
5) Het contract van Pierre Drouot, directeur-intendant van het VAF, loopt in 2015 ten einde. Hij zal dan 72 zijn. Drouot is sinds 2005 de grote baas van het VAF. De opvolgingskwestie zal niet simpel zijn. Wie moet hem volgens u opvolgen? En eventueel ook, waarom.
Drouot heeft echt wel de film op de kaart gezet in het Vlaamse landsdeel, zowel de fictie als de documentaire steeg behoorlijk in productie en output. Heel goed. Ik hoop dat zijn opvolger nog steeds de gouden mix durft te maken van producer-skills en een openheid en durf in de mix projecten die worden gesteund. Het pleit voor het VAF dat er een rijke output van auteursfilms is, elk jaar én tegelijkertijd gewaakt wordt over het feit dat de films ook degelijk een publiek vinden. Het is die slimme combinatie van cureren en professionaliseren, dat maakt dat we een heel pak zelfzekerder filmregio zijn geworden. Hopelijk zet zijn opvolger dat verder.